Biketrial is de meest technische sport die kan worden beoefend met een fiets. Het uiteindelijke doel van deze sport is obstakels berijden met het oog op zo weinig mogelijk strafpunten maken. Een strafpunt kan je maken door een voet aan de grond te zetten, te vallen of door de tijdslimiet te overschrijden.
Wedstrijden werden vroeger meestal in de natuur gehouden, meer recent worden meer en meer wedstrijden in het centrum van steden georganiseerd wat het aantrekkelijker maakt voor het publiek. De obstakels variëren van rotsen, betonnen buizen en blokken tot boomstammen, rivieren, hellingen of een combinatie van dit alles.
Zones zijn de verschillende parcours die het geheel vormen van 1 ronde, zo zijn er in totaal 5 zones per ronde en 1 zone is ca. 40 meter lang. In deze afgebakende zone liggen allerlei obstakels waar men dan moet zien over te komen zonder voet aan de grond te zetten. De tijdslimiet voor 1 zone is 2 min.
In een zone krijg je strafpunten om volgende redenen:
1 voet ad grond = 1 strafpunt / 2e voet ad grond = 2 strafpunten / 3e voet ad grond = 3 strafpunten / 4e voet ad grond = 4 strafpunten / 5e voet ad grond = 5 strafpunten / Vallen = 5 strafpunten / Hand plaatsen = 5 strafpunten / 2 min. overschr. = 1 strafpunt per 10 sec. / Beide voeten op de grond = 5 strafpunten
5 strafpunten is het max. aantal dat je kan krijgen in één zone.
De rijder met minste strafpunten op het einde van de wedstrijd is de winnaar.
Er zijn 3 soorten fietsen: 20”, 24” en 26”. Bij de heren is er een klasse voor 20” fietsen of voor 26” fietsen. In de klasse 26” mag ook met een 24” fiets gereden worden. Bij de dames is de keuze vrij en mag dus zowel met een 20”, een 24” als een 26” fiets gereden worden.
Bij lokale wedstrijden heeft men de mogelijkheid om ook voor de heren de keuze van fiets vrij te laten. Op alle officiële UCI-wedstrijden is er echter een aparte klasse voor de 20” en de 26” rijders.