Leuker koersen voor iedereen

Wat als wielrennen je passie is, maar je komt net niet in aanmerking om jezelf te meten met de allerbeste rensters van de wereld in een topklassieker? De Women Cycling Series bieden het antwoord op die vraag. Dat is een reeks van zeven wedstrijden die in België en Nederland worden georganiseerd, koersen die ingeschreven staan op de nationale kalenders van respectievelijk Belgian Cycling en haar noorderburen van de KNWU.

In totaal verschijnen 25 clubteams – België stuurt 7 ploegen uit – aan de start van de Women Cycling Series. Om het allemaal sportief een beetje in balans te houden zijn vrouwen die behoren tot een UCI WorldTourteam of een continentale ploeg niét startgerechtigd in een peloton dat uit maximaal 150 renners mag bestaan.

De eerste manche van de Women Cycling Series werd op 27 maart in Zeeuws-Vlaanderen afgewerkt. De Nederlandse Scarlett Souren was de snelste in de massaspurt die de epiloog vormde van de Wim Hendriks Trofee. Margot Vanpachtenbeke (KDM-Pack Cycling Team) was de beste landgenote in de uitslag, op een zesde plaats. Souren mag dus van start gaan in de gele leiderstrui in de Trofee Maarten Wynants in Houthalen-Helchteren, op 8 mei aanstaande.

Clubs van het eerste uur

Bij de deelnemende clubs prijken onder meer Isorex, Keukens Redant en De Sprinters Malderen (Belco-Van Eyck Cycling Team) op de startlijst. Omdat deze teams het steeds moeilijker hebben om in absolute topwedstrijden aan de bak te kunnen komen is de Women Cycling Series een welgekomen aanvulling op het wedstrijdprogramma.

“Wij hebben er zelfs een hoofddoel van gemaakt”, laat Ilse Fiers namens het Belco-Van Eyck Cycling Team weten. “Samen met de SKM Trofee kunnen we starten in een aantal wedstrijden die op maat van onze rensters gesneden zijn. Ook het feit dat de Women Cycling Series in België en Nederland worden afgewerkt – met teams uit die twee landen – geeft nog een extra dimensie aan het initiatief. Als je naar het absolute topniveau kijkt hebben de Nederlandse dames een behoorlijke voorsprong op onze rensters. Maar bij deze wedstrijden wordt dat verschil enigszins afgevlakt. Dat maakt het zoveel leuker koersen voor Belgische deelnemers.”

Dat Belgian Cycling en de KNWU de handen in mekaar hebben geslagen om de Women Cycling Series op poten te zetten komt ook sommige sponsors goed uit. “Onze geldschieters zijn daar niet ongevoelig voor”, aldus Fabien Helderweirt van Isorex. “Zij zijn er ook bij gebaat dat onze rensters op dit niveau mee ‘koers kunnen maken’ in plaats van in één of andere topkoers na 60 kilometer aan de kant te staan. We zijn er als team goed aan begonnen, met een vierde plaats in de openingsmanche. Op die weg willen we verder gaan. Want we weten maar al te goed dat wij onze publiciteit moeten halen in wedstrijden van dit niveau. Met individuele rensters én als club.”

Ook Keukens Redant viel de afgelopen maanden vaak uit de boot wat het startrecht in de topwedstrijden betrof. “Al staan er de komende weken toch wat meer UCI-koersen op het programma, omdat er een aantal toppers in rustpauze zijn”, meldt Andy Redant. “Samen met de wedstrijden die de Women Cycling Series ons biedt hebben we een mooi wedstrijdprogramma op poten kunnen zetten. Wij zijn alvast enthousiast voorstander van dit initiatief. Op deze manier komen ook de clubs die niet tot de toplaag behoren ook goed tot hun recht. We zijn er alvast goed aan begonnen, want in de openingsmanche vielen twee van onze rensters in de punten. Het is nog iets te vroeg om uit te maken wie van de Women Cycling Series een hoofddoel zal maken, maar de wedstrijden volgen elkaar vanaf nu zó snel op dat dat erg vlug duidelijk zal worden.”

Voornamelijk vlak

Grote tijdsverschillen vielen er in de Wim Hendriks Trofee alvast niet te noteren. En zoals het zich laat aanzien wordt dat niet anders in de Trofee Maarten Wynants. “Ook al wordt deze wedstrijd betwist over een voornamelijk glooiend parcours, de ervaringen uit het verleden leerden me dat er bij de dames allicht wordt gespurt met een groepje van een veertigtal rensters”, laat organisator Tim Wynants weten. De wedstrijd in Houthalen-Helchteren stond vroeger op de UCI-kalender, maar in Limburg wordt nu vól ingezet op de Women Cycling Series. “We stonden als organisatoren op een kruispunt. Ofwel proberen door te groeien naar de absolute top, ofwel opteren voor een formule die méér Belgische en Nederlandse rensters kansen bood. We kozen de laatste optie en zijn dus erg blij dat we deel kunnen uitmaken van dit project.”

Op de eerste échte tijdsverschillen blijft het allicht wachten tot 15 mei. Dan wordt in Everberg de tweede manche op Belgisch grondgebied afgewerkt. In Vlaams-Brabant wacht het peloton een pittig ritje over tien ronden met elke keer opnieuw 118 hoogtemeters die in de kuiten zullen kruipen. De finish is bergop, en onderweg wachten kuitenbijters als de Bosberg (700 meter aan 4,7% gemiddeld) en de Grubbe (1.006 meter aan 3,5% gemiddeld). “Wij organiseren al jaren een dameswedstrijd”, laat Peter Sommeryns weten. “En we bleven niet ongevoelig voor de mogelijkheden en de uitstraling die de Women Cycling Series ons bieden. Je hoort me niet zeggen dat de beste in Everberg al zeker kan zijn van eindwinst in dit criterium, maar dat er behoorlijk wat tijdsverschillen zullen zijn lijkt me wel vanzelfsprekend.”

RESTERENDE WEDSTRIJDEN

Tekst: Guy Vermeiren