• ‘Ik moet keuzes maken”


    27 februari 2021
    #weg

Bondscoach Sven Vanthourenhout werkt met aparte kernen voor Olympische Spelen, EK en WK

De laatste competitiemeters in het veldrijden zijn afgelopen zondag afgewerkt in Oostmalle. Vandaag debuteert het wegpeloton al op Belgische wegen. Het gaat verbazend vlug vooruit, ook voor Sven Vanthourenhout, bij Belgian Cycling verantwoordelijk voor beide disciplines. De bondscoach heeft het eerste luik achter de rug van een werkjaar dat het drukste ooit belooft te worden. “Het ene hoogtepunt volgt het andere op, de komende maanden. Een adempauze nemen zal er niet bij zijn, maar ik heb er ongelooflijk veel zin in.”

Twee wereldkampioenschappen in eigen land. Een Europees kampioenschap in Italië. Plus, om het helemaal uitzonderlijk te maken, de Olympische Spelen in Japan. Er zitten behoorlijk veel krenten in de pap, de komende maanden. Sven Vanthourenhout: “Alles komt zo’n beetje samen, dat klopt. Vooral de tijdsspanne tussen de Olympische Spelen en het WK in Vlaanderen – met het EK tussendoor – is vrij kort. Drie mooie titels die op twee maanden tijd op het spel staan… Dat wordt dus keuzes maken.”

Hoe ga je dat aanpakken?
Sven Vanthourenhout: “Door met aparte kernen te werken. Kijk, we hebben het over drie belangrijke evenementen. En ik ben er vrijwel zeker van dat er een aantal renners zullen ‘dubbelen’, door de Olympische Spelen te combineren met het wereldkampioenschap, bijvoorbeeld. Als ik naar de parcoursen kijk zijn er in principe zelfs renners die zich op die drie omlopen goed uit de slag kunnen trekken, maar tegelijk ben ik ook niet naïef. Als bondscoach moet je ook rekening houden met het feit dat de merkenploegen hun renners beschikbaar moeten stellen voor de federatie. Ik denk niet dat er één team staat te springen om een atleet drie keer op zo’n korte tijd af te staan. Dus speel ik met de gedachte een paar héél goeie renners – mannen die op een WK bijvoorbeeld nét onder de kopman staan – een leidersrol te geven op het EK en ze te omringen met jong, beloftevol talent. Zo’n wedstrijd is voor hen die normaal in de rol van ‘schaduwkopman’ worden uitgespeeld dan de ideale mogelijkheid eens hun eigen kans te gaan. Op die manier maak je dat EK hopelijk aantrekkelijk. Want voor het WK en de Olympische Spelen staan ze allemaal te springen.”

“Als federatie hebben we er de laatste jaren alles aan gedaan om tijdrijden in ons land weer helemaal op gang te krijgen, maar uiteindelijk is het Victor Campenaerts die het ook voor andere renners opnieuw ‘sexy’ heeft gemaakt.”

Je werkt met een longlist voor Tokio?
“Dat klopt. Daar staan momenteel elf namen op. Ik heb al een gesprek gehad met de renners in kwestie. Zij weten perfect hoe de verdere selectieprocedure zal verlopen. In een volgende stap wordt die kern verkleind naar acht, om later te komen tot de uiteindelijke selectie van vijf. Op een heel transparante manier. De renners zullen tijdig weten wie er mee mag naar de Spelen.”

“In principe rijden Remco Evenepoel en Wout van Aert de tijdrit in Tokio. Victor Campenaerts weet dat.”

Je bent er blijkbaar al uit wat het tijdrijden betreft?
“Dat klopt. De selectie van Remco Evenepoel ligt theoretisch al een tijdje langer vast. Als hij na zijn blessure weer helemaal op niveau komt, tenminste. En de tweede tijdrijder wordt in principe Wout van Aert. Ik besef maar al te goed dat Victor Campenaerts dolgraag naar de Olympische Spelen zou gaan, maar hij is er zich terdege van bewust dat dat een moeilijk verhaal wordt voor hem. Victor weet hoe ik over de zaken denk, en hij houdt zich ‘standby’ voor als er een probleem zou zijn met Remco of Wout. Makkelijk is dat niet voor hem, ik weet het. Ik zit er ook een beetje mee. Want ik weet goed genoeg hoeveel wij met zijn allen aan Victor Campenaerts verschuldigd zijn. We zijn als land nu wereldtop in het tijdrijden, maar we mogen nooit vergeten dat we dat voor een flink stuk aan hem te danken hebben. Als federatie hebben we er de laatste jaren alles aan gedaan – testtijdritten georganiseerd, specifieke trainingen op poten gezet, aan de positie van de renners gewerkt – om die discipline in ons land weer helemaal op gang te krijgen. Maar uiteindelijk is het Victor die het ook voor andere renners opnieuw ‘sexy’ heeft gemaakt. Ik hoop en verwacht dat ik in de toekomst nog vaak een beroep op hem zal kunnen doen. Hij is en blijft een erg belangrijke pion binnen de werking van de nationale ploeg.”

“Voor de Team Time Trial Mixed Relay moet ik rekenen op de medewerking van de merkenteams”

Omschrijf de drie parcoursen eens?
“De omloop in Tokio is in principe de lastigste. Op dik 30 kilometer van de finish ligt daar een lange en erg steile helling te wachten. De andere hellingen zijn in principe iets minder lastig. Een parcours waarop bijvoorbeeld Remco Evenepoel goed tot zijn recht moet kunnen komen. Het traject dat het EK biedt situeert zich qua lastigheidsgraad ergens tussen de Gold Race en de Brabantse Pijl. Op die wegen denk ik spontaan aan een renner als Tim Wellens, een klimmer met punch. Tja, en iedereen weet wat er tussen Antwerpen en Leuven op het WK ligt te wachten. Dit wordt een wereldkampioenschap voor flandriens, voor de renners die ook in de klassiekers de lakens uitdelen. Daarvan hebben we er gelukkig genoeg in huis.”

“Als we de mixed team relay op de kaart willen zetten is het WK in eigen land een ideale kans. Met onze beste atleten maken we kans op een medaille.”

Als alle toppers op het WK in Vlaanderen aan de start komen heeft België misschien wel de sterkste mannenploeg in de mixed team relay.
“Dat is juist. En daar maken we met z’n allen werk van. Als we die nieuwe discipline op de kaart willen zetten, dan is dit WK de uitgelezen gelegenheid. Stel dat ook onze beste rensters aantreden, dan lijkt een medaille geen utopie. Voor onze renners is deze proef misschien voorlopig nog een beetje van ondergeschikt belang, maar ik ga er alles aan doen om ze wél warm te maken voor deze discipline. Onder meer door het argument te gebruiken dat de mixed team relay in de nabije toekomst met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid op het olympische programma zal staan. Bij de mannen heb ik alvast vijf namen op mijn lijstje staan: Remco Evenepoel, Wout van Aert, Thomas De Gendt, Victor Campenaerts en Yves Lampaert. Er moeten de komende maanden nog een aantal gesprekken gevoerd worden, maar als ik drie renners uit deze kern van vijf kan overhouden slaan we straks alvast geen mal figuur. Hopelijk kan ik, alweer, rekenen op de medewerking van hun merkenteams.”

Iets anders. Met welk gevoel sloot je het veldritseizoen af?
“Het is een heel aparte winter geweest, met al die wedstrijden achter gesloten deuren. Met het WK in Oostende als triest dieptepunt. Geen toeschouwers op een plek waar een compleet volksfeest voorzien was: eeuwig zonde. Maar tegelijk is het verbazend dat er zoveel wedstrijden toch konden plaatsvinden. Doodjammer dat de jeugd het grootste slachtoffer van de coronapandemie werd, maar het brede publiek kon zich toch op wekelijkse basis blijven opwarmen voor alweer een rechtstreekse uitzending van een cross. Chapeau voor de organisatoren die dit in deze turbulente tijden met de hulp van de federatie voor mekaar kregen.”

“Als Wout van Aert en Mathieu van der Poel op de weg ‘pelotonvulling’ waren geweest zaten alle veldrijders met een probleem.”

Wat onthou je vooral?
“Dat er bij de mannen vrij veel verschillende winnaars waren. Dat was atypisch. En dat op het einde van de rit zowat elke veldritploeg aan bod kwam qua winstbeurten. Ook vrij uitzonderlijk. Michael Vanthourenhout ontdekte de winnaar in zichzelf, Toon Aerts hield al bij al goed stand en ook Eli Iserbyt bevestigde. Voor het tweede jaar op rij al merkte ik dat Eli speciaal piekte naar het begin van het seizoen, om zoveel mogelijk te winnen vóór Mathieu van der Poel en Wout van Aert aan hun veldritcampagne begonnen. Aan de ene kant begrijp ik dat. Maar tegelijk vind ik het een beetje jammer, omdat een Iserbyt op zijn best een pak langer mee kan strijden met die twee toppers.”

De instroom van jonge meisjes in het wielrennen is te klein, dat is een oud zeer. Vandaag wordt er hard aan gewerkt.

Vond je het niet pijnlijk dat Wout en Mathieu de ‘beroepscrossers’ bijna altijd op ruime achterstand zetten?
“Laat het een troost zijn voor de renners die van veldrijden hun hoofdbezigheid hebben gemaakt: dat doen Van Aert en Van der Poel ook op de weg. Als Wout en Mathieu als wegrenners ‘pelotonvulling’ waren geweest, dán zaten de andere crossers pas met een probleem. Als je het mij vraagt zullen ze er ook in de toekomst mee moeten leren leven. Want als de omvorming wegrenner-crosser voor die twee één keer moeilijk was, dan wel afgelopen winter. Tot diep in oktober waren ze nog actief op de weg, dus veel tijd voor specifieke veldrittraining was er voor hen niet bij. En toch zie je dat dit duo meteen bij hun terugkeer in het veld gaat domineren.”

“Dat we bij de U23 vrouwen pas achtste staan in de landenranking is pijnlijk voor een veldritnatie als België.”

In het vrouwenveldrijden hebben we een probleem.
“Het is niet goed. Dat steek ik niet weg. Dat we in de landenranking bij de beloften pas achtste staan is zelfs ronduit pijnlijk voor een land als België. Iedereen doet zijn of haar uiterste best, maar we zijn nu eenmaal afhankelijk van de instroom van jonge meisjes. Die is te klein, dat is een oud zeer. Vandaag wordt er hard aan gewerkt, maar het duurt nu eenmaal een aantal jaren voor de nieuwe Sanne Cant of de nieuwe Ellen Van Loy – de afgelopen jaren de beste vrouwelijke veldrijders in ons land – opstaan. Dat het ook in andere wielerdisciplines niet van een leien dakje loopt met het aantrekken van meisjes is een feit. Maar daar mogen we ons niet achter wegstoppen. We werken hard om het tij te keren. Op clubniveau, op provinciaal, regionaal én nationaal vlak. Want de vijver wordt alleen maar groter als de instroom van de basis komt. In dat verband is het een geluk dat de vrouwen – ook al zijn die dan van buitenlandse origine – er elke week opnieuw een spektakelstuk van hebben gemaakt. Want ook de voorbije winter maakten de voornamelijk Nederlandse dames pure propaganda voor de sport. Ik kan alleen maar hopen dat we daar zo snel mogelijk een landgenote tegenover kunnen zetten.”

Tekst: Guy Vermeiren
Foto’s: Photonews

Recent

  • #piste

    Vier handen op één buik bij coachduo Tim Carswell en Kenny De Ketele

    17 juni 2022
    "Het is fijn om in alle openheid vragen aan elkaar te kunnen stellen. Er is weinig ego in ons team”...
  • #weg

    Voor elk wat wils

    12 mei 2022
    Lotto Beker van België Elite 2 en U23 Wie bij de beloften de absolute top viseert vindt zijn gading bij...
  • #weg

    Voer voor sportieve duizendpoten

    05 mei 2022
    Lotto Beker van België voor junioren omvat vier wielerdisciplines Wie jong is pikt dingen snel op. Geen wonder dus dat...
Menu